Voorzitter,
Om te beginnen een vraag: wij vragen ons af waarom er bij het bepalen van de locatie en het onderzoek alleen naar de voormalige gemeente Hoogezand-Sappemeer is gekeken. Inwoners uit voormalig Menterwolde en Slochteren moeten nu immers verder reizen en het college lijkt nooit van plan te zijn geweest de Raad hierin een keuze te geven. Graag een antwoord op deze vraag.
In de commissiebehandeling gaf wethouder Verschuren aan dat een toekomstvisie over het SW bedrijf eigenlijk geen onderdeel uit maakt van het plan. De VVD-fractie schrikt daar best wel van, want het college legt de Raad wel een plan voor met een jaarlast die zich over 50 jaar uitstrekt. Daarom geven wij onze kijk op die toekomst beknopt aan u weer.
Van oudsher kent het SW-bedrijf 2 specifieke doelgroepen, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en mensen, die om medische redenen (lichamelijk of psychisch) zonder de juiste ondersteuning niet goed in het bedrijfsleven kunnen functioneren. Door de wethouder is daar een derde groep aan toegevoegd, de statushouders. Die zagen wij niet aankomen, voorzitter, want statushouders zijn over het algemeen niet vanaf de BWRI in hun land hierheen komen lopen, voor zover die al bestaat, maar waren in hun land al vakman- of vrouw en kunnen na een taalcursus vaak gewoon aan de slag.
Er is steeds meer vraag naar arbeidskrachten. Mensen die hun vak verstaan. Ondernemers, ook in onze gemeente, geven aan dat in hun vraag niet voorzien wordt. Ook geven ze aan dat zij hun mensen graag zelf opleiden, want "het onderwijs levert niet". Dat laatste heeft ook te maken met de snelheid waarop technische ontwikkelingen plaatsvinden. Deze ondernemers geven meer en meer aan ervoor open te staan om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt daarin zelf te begeleiden. Dat geldt zeker ook voor de statushouders, voor wie een reguliere baan de beste weg is naar een succesvolle integratie. Het college zou volledig gebruik van deze bereidheid van ondernemers moeten maken en moet daar vol op inzetten. Het betekent ook, dat voor deze 2 groepen geen ruimte in het SW-bedrijf gebouwd hoeft te worden.
Scheidend voorzitter Job Cohen van Cedris, de koepelorganisatie van de SW-bedrijven, wijst daar zo u weet zelf op! Stop met focussen op wat mensen niet kunnen. Breng voor werkgevers in kaart wat iemand wel kan, wat iemand wil, waar zijn of haar ambities liggen. Ondernemers denken in kansen, en kunnen iemand bij-of omscholen of een aangepaste werkplek bieden, wat ook maar nodig is. En laten we ook ophouden met mensen in hokjes te plaatsen en een label op te plakken. Daar zijn we in Nederland heel goed in. Ik weet niet hoeveel doelgroepen wij op de arbeidsmarkt hebben – met ieder hun eigen faciliteiten, aanpak, ondersteuning – maar het zijn er te veel!
Voorzitter, beste mensen, er is maar één arbeidsmarkt. Met slechts 2 doelgroepen: werkgevers met vacatures en mensen die werk zoeken. Zo eenvoudig is het. Wat nodig is, is maatwerk deze 2 groepen bij elkaar te brengen. Dat moet de uitdaging zijn!
En ja, er blijft dan nog 1 groep over. De groep voor wie een beschutte werkplek essentieel is om goed te functioneren. Daarvoor is ruimte in het SW-bedrijf in onze ogen wel passend. De grootte van deze groep is niet afhankelijk van de situatie op de arbeidsmarkt. De grootte is meer demografisch bepaald en heeft meer te maken met de aandoening. De grootte van deze groep is ook redelijk constant. Zelfs voor deze groep, lijkt er meer en meer ruimte te komen in het reguliere bedrijfsleven, maar je moet ook erkennen dat er een groep overblijft waarvoor dat niet geldt. En dat doen wij ook zeker. Maar daar hoort wel een integrale aanpak bij. Want uiteindelijk hebben, op de mensen waarvoor het echt niet kan na, al die ‘doelgroepen’ hetzelfde nodig: hulp en ondersteuning bij het vinden van werk of klaargestoomd en opgeleid worden vóór werk.
Een dergelijke visie vinden wij niet terug als onderlegger bij het plan om de huisvesting van de BWRI te vernieuwen. Waar bouw je wel en waar bouw je niet voor. Voor wie is een beschutte werkplek uiteindelijk echt het beste, tegenover wie alsnog onze totale inzet verdient om een plek bij een werkgever te vinden, die afweging voorzitter, ontbreekt volledig en dat maakt het risico van een afschrijvingstermijn van 50 jaar erg groot. En in onze ogen ongewenst.
De VVD, zal dan ook niet instemmen met dit voorstel